De geschiedenis van thee

De geschiedenis van thee

Over de oorsprong van thee is al heel veel gezegd en geschreven. Er gaan zelfs vele legendes, mysteries en mythen rond over hoe thee ooit ontstaan is.

Twee bekende legendes

De meest gehoorde en wellicht de meest aannemelijke is het verhaal van keizer Shen Nung omstreeks 2737 v.C. Hij stond bekend als leider, geleerde en kruidkundige. Hij besloot dat het volk voortaan drinkwater eerst moest koken, alvorens het te drinken. Dit zou volgens hem veel hygiënischer zijn. Op een dag stopte Shen Nung op één van zijn reizen even om bij te komen. Dit deed hij door in de buurt van een theestruik wat water te koken. Hij zag hoe een aantal blaadjes van de struik per ongeluk in het gekookte water vielen. Zijn interesse werd gewekt toen hij zag dat het water meteen verkleurde en tevens een aangename geur verspreidde. Na een paar slokken ontdekte hij dat dit brouwsel eigenlijk gewoon een heerlijke drank bleek te zijn.

Historici nemen aan dat dit verhaal een kern van waarheid zou kunnen bevatten. Het zou in ieder geval zo hebben kunnen plaatsvinden. Bepaalde andere verhalen zijn soms ongeloofwaardiger of op z’n minst merkwaardig te noemen. Een lugubere, maar bekende legende betreft bijvoorbeeld de Indiase monnik Bodhidharma, later ook wel bekend als de Stichter van Zen. Hij zou naar China zijn komen zeilen om daar voor meerdere jaren te mediteren. Tijdens de meditatie werd hij echter slaperig en kon amper wakker blijven. Dit frustreerde hem ontzettend, omdat hij dat een teken van zwakte vond. Hij zou vervolgens, schrik niet, om die reden hebben besloten zijn oogleden af te snijden. Op de plek waar zijn oogleden op de grond vielen, zou een plant zijn verschenen die verantwoordelijk is voor het ontstaan van thee. De berg T’a is de plek waar Bodhidharma mediteerde, dit zou het woord ‘thee’ verklaren.

Thee als medicijn

Thee werd vervolgens jarenlang vooral als medicijn gezien. Het werd dan ook vanuit geneeskundig oogpunt gedronken en om zijn versterkende werking.
Het was pas in 300 voor Christus dat thee als genotsmiddel gezien werd. Het plezier dat aan thee beleefd kan worden, was echter lange tijd alleen aan de Chinezen besteed.

Verspreiding thee naar andere landen

In de vijfde eeuw na Christus werd thee naar andere landen binnen Azië geëxporteerd. Japan was het eerste land na China dat met thee in aanraking kwam. De eerste vermelding van thee in de buitenlandse literatuur, dateert uit 1559. Thee werd toen in Japan ontdekt door de Portugezen.

Geschiedenis van thee in Nederland

In 1610 kwam thee dan ook eindelijk naar Nederland, dit was heel veel later dan dat thee al in Azië bekend was. Thee werd door de Hollanders zelf meegebracht vanuit Azië. Nederland zou daarmee het eerste land zijn dat thee meenam vanuit het Oosten naar Europa. Het wekte de interesse van de bevolking, maar men vond het vooral maar een merkwaardig iets. Het betrof een kleine hoeveelheid thee die door de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) werd meegenomen. Ook in die tijd speelde thee vooral een rol als medicijn, of eigenlijk als wondermiddel dienend tegen heel veel verschillende kwaaltjes. Artsen schreven dan ook veel thee voor in deze periode.

Vervolgens, in de eerste helft van de 17e eeuw was thee erg duur en daarmee vooral voorbehouden aan de elite. Rijke mensen bouwden soms zelfs speciale theehuizen in hun tuin om de drank rustig te kunnen nuttigen.

Aan het einde van de 17e eeuw begon men thee te drinken voor zijn lekkere smaak en vooral ook als sociaal bindmiddel. Het was een manier voor vrouwen onder elkaar, om op visite bij elkaar te gaan en bij te kletsen. Het ‘theekransje’ werd zo geïntroduceerd. Niet alle mannen waren hier meteen erg enthousiast over, de vrouwen waren veel tijd kwijt met deze nieuwe dagbesteding.

De VOC begon steeds grotere hoeveelheden thee mee te nemen. Die thee kwam uit Batavia, daar werd de thee vanuit China weer heen gebracht. Eind 17e eeuw begon thee behoorlijk ingeburgerd te raken binnen de Nederlandse samenleving. Hoewel alles behalve een goedkope drank, werd thee bij een groot gedeelte van de Nederlanders rond deze tijd gedronken. De VOC begon thee nu direct te importeren uit Canton, in China gelegen.

Dat nu bijna iedereen thee dronk, vond de elite erg jammer. Voorheen konden zij zich door het drinken van thee onderscheiden als vooraanstaande vrouwen. In het begin van de 18e eeuw stapten zij dan ook over op de meer exclusievere, duurdere theesoorten om zo toch hun status aan te kunnen duiden.

Op Java en Sumatra werden door de Nederlanders in de 18e eeuw theeplantages aangelegd. De Engelsen deden dat op hun beurt in India en op Sri Lanka. De naam Ceylon thee bijvoorbeeld is afkomstig van het feit dat Sri Lanka vroeger de naam Ceylon droeg.